Proverbs 24:13

30) honig,

De honig was in Palestina een algemene en zeer aangename spijs. Vergelijk Exod. 3:8. De profeet verklaart nu dat men dien wel nuttigen mocht voor het lichaam, maar dat men voornamelijk moest trachten naar de wijsheid, die ene spijs is, aangenaam voor de ziel.

Ex 3.8

31) gehemelte.

Dat is, in uwen mond. Het gehemelte wordt de smaak toegeschreven. Job 12:11, en Job 34:3.

Job 12.11 34.3
Copyright information for DutKant