Proverbs 26:5

7) naar zijn dwaasheid,

Te weten naardat zijne dwaasheid eist, dat zij namelijk met goeden vasten grond bestraf en wederlegd worde.

8) in zijn ogen

Dat is, in zijn eigen oordeel, waardoor hij zich laat dunken dat hij wijs is. Alzo onder Spreuk. 26:12,16.

Pr 26.12,16
Copyright information for DutKant