Proverbs 30:8

19) ijdelheid

Versta alle wangeloof, dwaling en valsheid in de leer. Alzo is het woord genomen, Klaagl. 2:14; Ezech. 12:24, en Ezech. 13:6,7; Zach. 10:2.

La 2.14 Eze 12.24 13.6,7 Zec 10.2

20) leugentaal

Versta allerlei valsheid, huichelarij, bedrog, vleiing, uitstrijking, snoodheid en verkeerdheid in het leven; alzo Ps. 4:3, en Ps. 62:5; boven Spreuk. 19:22, en Spreuk. 23:3.

Ps 4.2 62.4 Pr 19.22 23.3

21) verre van mij;

Te weten door de verlichting en heiligmaking van uwen Geest. Dit is het eerste dat hij begeert.

22) armoede

Dit is de tweede begeerte.

23) mijns bescheiden deels;

Zie Job 23:12.

Job 23.12
Copyright information for DutKant