Proverbs 5:2

2) bedachtzaamheid

Hebreeuws, bedachtzaamheden, zie boven Spreuk. 1:4.

Pr 1.4

3) lippen

Te weten, waarmede gij de wetenschap, die gij uit mijne lering krijgt, anderen moogt mededelen. Vergelijk Mal. 2:7.

Mal 2.7

Proverbs 8:7

15) gehemelte

Of, rake. Versta onder een lid, waardoor het spreken geschiedt, al de andere, die daartoe mede helpen, als lippen, tanden, tong en keel. Zie Job 33:2.

Job 33.2

16) een gruwel.

Hebreeuws, een gruwel mijner lippen; dat is, waarvan mijne lippen een gruwel, of afkeer hebben, te weten, om die te spreken. Zie boven Spreuk. 3:32.

Pr 3.32

Romans 15:4

17) te voren geschreven is,

Namelijk in de Schriften des Ouden Testaments; hetwelk nu ook gezegd kan worden van de Schriften des Nieuwen.

18) lering te voren geschreven,

Of, onderwijzing; namelijk in zaken, die onze eeuwige zaligheid aangaan. Zie Joh. 5:39; 2 Tim. 3:15,16.

Joh 5.39 2Ti 3.15,16

19) der Schriften,

Dat is, die uit het lezen, aanhoren en overleggen der Schriften verkregen worden.

20) hoop hebben zouden.

Namelijk van de zaligheid door Christus zekerlijk te zullen verkrijgen.

Colossians 3:16

37) Het Woord van Christus

Dat is, de leer des Evangelies, die ons door Christus is verkondigd, en begrepen wordt niet alleen in het Nieuwe, maar ook in het Oude Testament; 1 Petr. 1:10,11.

1Pe 1.10,11

38) wone rijkelijk in u,

Dat is, zijt daarmede veel bezig; want daar men mede woont daar spreekt men en verkeert men veel mede.

39) in alle wijsheid;

Dat is, om met alle eerbiedigheid daardoor in wijsheid en kennis gesticht te worden.

40) met psalmen

Van het onderscheid dezer, zie de aantekeningen op Ef. 5:19.

Eph 5.19

41) aangenaamheid

Of, dankbaarheid, want het Griekse woord betekent beide. Zie Ef. 4:29; Col. 4:6.

Eph 4.29 Col 4.6

42) in uw hart.

Dat is, niet alleen met den mond, maar ook met het hart.

Copyright information for DutKant