Proverbs 5:6

14) Opdat

Dat is, opdat gij niet komt bij uzelven te overwegen of men met haar zou kunnen verkeren en evenwel den weg des levens behouden; zo weet dat hare gangen en manieren van doen zo ongestadig, veranderlijk en dwalende zijn in het aanleggen van alle listigheid om u te verleiden, dat gij het niet zult kunnen bemerken, en zult dienvolgens van haar in het net des verderfs gevangen worden.

15) pad

Dat is, dat tot het ware leven leidt. Zie boven Spreuk. 2:19.

Pr 2.19

16) gangen

Hebreeuws, sporen; dat is, hare woorden en werken.

17) ongestadig,

Of, bewegen zich heen en weder, zijn weifelende; dat is dwalende, onzeker, met alle winden gedreven, nu tot deze dan tot die hangende, en dat om de mensen te verleiden.

18) [dat]

Of, [dat] gij het niet gewaar wordt, of bevindt, te weten dat hare gangen van het pad des levens afdwalen en den mens naar den dood leiden.

19) merkt.

Het Hebreeuwse woord is alzo dikwijls genomen. Zie Job 5:24.

Job 5.24

Proverbs 6:23

41) het gebod

Te weten, dat uit Gods Woord en wet genomen is.

42) lamp,

Vergelijk Ps. 119:105.

Ps 119.105

43) tucht

Dat is, die geschiedt door de tucht, of door de onderwijzing, die voorgaan moet, zou men tot de wijsheid geraken. Zie van dit woord boven Spreuk. 1:2.

Pr 1.2

44) weg des levens;

Dat is, die tot het leven leidt; alzo de weg des doods; die tot den dood leidt. Zie Jer. 21:8. Vergelijk boven Spreuk. 2:8.

Jer 21.8 Pr 2.8

Proverbs 15:24

48) des levens

Dat is, die ten leven leidt; zie boven Spreuk. 2:19.

Pr 2.19

49) naar boven;

Te weten, naar den hemel, alwaar het rechte leven en de ware gelukzaligheid alleen te vinden is; Fil. 3:20; Col. 3:1,2.

Php 3.20 Col 3.1,2

50) hel,

Dat is, van de verdoemenis en het eeuwig verderf.

51) beneden.

Dat is, die onder, omlaag of nederwaarts zijn.

Copyright information for DutKant