Proverbs 6:17

31) Hoge ogen,

Dat is, hovaardij, waarvan de verheven en opvliegende ogen een teken zijn. Vergelijk Ps. 101:5; Spreuk. 30:13; Jes. 5:15. Tegen deze zijn de nederigen van ogen; Job 22:29.

Ps 101.5 Pr 30.13 Isa 5.15 Job 22.29

32) valse tong,

Hebreeuws, tong der valsheid; dat is die leugentaal spreekt; alzo Ps. 109:2; onder Spreuk. 12:19, en Spreuk. 21:6.

Ps 109.2 Pr 12.19 21.6
Copyright information for DutKant