Proverbs 6:19

35) Een vals

Hebreeuws, een getuige der valsheid.

36) blaast;

Dat is, met grote menigte en moedigheid verzint en voortbrengt. Alzo onder Spreuk. 14:25, en Spreuk. 19:5,9.

Pr 14.25 19.5,9

37) inwerpt.

Hebreeuws, zendt; zie boven Spreuk. 6:14.

Pr 6.14

Proverbs 14:25

64) waarachtig

Hebreeuws, getuige der waarheid. Alzo boven Spreuk. 14:5.

Pr 14.5

65) redt

Dat is, bevrijdt en verlost van den dood.

66) de zielen;

Dat is, de mensen, die men door lasteringen en valse beschuldigingen om hals zoekt te brengen.

67) leugens

Alzo boven Spreuk. 14:5, en Spreuk. 6:19; zie de aantekening. Versta hier leugens, en waardoor iemand ter dood bezwaard wordt.

Pr 14.5 6.19

68) een bedrieger.

Hebreeuws, bedrog; alzo boven Spreuk. 12:24 en Spreuk. 13:6; zonde voor zondaar. Anders: maar een bedrieger blaast leugens uit.

Pr 12.24 13.6
Copyright information for DutKant