Proverbs 6:6

11) wegen,

Dat is, manier, of wijze van doen, te weten, in het wakker, zorgvuldig en naarstig vergaderen van haren kost. Zo is het woord weg genomen, onder Spreuk. 13:15, en Spreuk. 14:12, en Spreuk. 16:2, en Spreuk. 21:2, en Spreuk. 30:19,20.

Pr 13.15 14.12 16.2 21.2 30.19,20

Proverbs 14:12

28) weg,

Dat is, een manier van doen of van leven. Zie boven Spreuk. 6:6; alzo in het volgende lid van Spreuk. 14:12.

Pr 6.6 14.12

29) iemand

Hebreeuws, voor het aangezicht des mans; dat is, in zijn ogen en oordeel; alzo onder Spreuk. 16:25. Vergelijk Pred. 2:26, en Pred. 7:26.

Pr 16.25 Ec 2.26 7.26

30) het laatste

Of, het achterste, het einde. Zie van het Hebreeuwse woord Ps. 37:37.

Ps 37.37

31) wegen

Dat is, wijzen van doen, die ter dood leiden, of den dood en het verderf veroorzaken; vergelijk Jer. 21:8.

Jer 21.8
Copyright information for DutKant