Proverbs 7:2
2) leef, Dat is, gij zult zekerlijk leven. Hetgeen op bevelende manier uitgesproken wordt, bevat dikwijls een vaste belofte. Zie boven Spreuk. 3:25, en Spreuk. 4:4. Pr 3.25 4.4 3) wet Of, leer. Zie boven Spreuk. 1:8. Pr 1.8 4) den appel Te weten, die om zijne tederheid gans nauw bewaard moet worden; zie Deut. 32:10. De 32.10
Copyright information for
DutKant