Proverbs 7:3

5) Bind ze

Dat is, heb ze geduriglijk voor de ogen om die te gedenken, en bij de hand om die in het werk te stellen. Vergelijk Deut. 6:8, en Deut. 11:18.

De 6.8 11.18

6) schrijf

Zie boven Spreuk. 3:3.

Pr 3.3

Jeremiah 17:1

1) geschreven

Met deze gelijkenis wil God zeggen dat zij gans innerlijk en vertwijfeld boos, hardnekkig en onbekeerlijk waren; vergelijk boven Jer. 13:23.

Jer 13.23

2) ijzeren griffie,

Hebreeuws, griffie des ijzers.

3) punt

Hebreeuws, nagel.

4) diamants;

Anders: duurachtigen, en vervolgens, zeer harden steen, of zeer hard ijzer, omdat sommigen menen dat het Hebreeuwse woord schamir komt van bewaren; vergelijk Ezech. 3:9.

Eze 3.9

5) tafel

Vergelijk deze manier van spreken met Spreuk. 3:3, met de aantekening.

Pr 3.3

6) uwer

O gij Joden; gelijk zulke veranderingen van personen en ingevoegde aanspraken bij de profeten zeer gebruikelijk zijn.

7) altaren;

Die gij den afgoden sticht, en welker hoornen gij met het onrein bloed uwer afgodische offeranden in het openbaar besprengt, waarop het woord hoornen kan geduid worden.

2 Corinthians 3:3

7) en door onzen dienst

Gr. door ons bediend geworden.

8) met inkt,

Namelijk gelijk men andere brieven pleegt te schrijven.

9) des levenden Gods,

Dat is, die niet alleen zelf het leven heeft, maar ook hetzelve mededeelt degenen, in wie Hij door Zijnen Geest werkt en Zijne wetten inschrijft; Jer. 31:33; Hebr. 8:10.

Jer 31.33 Heb 8.10

10) in stenen tafelen,

Paulus ziet hier op het schrijven der wet Gods in de twee tafelen des verbonds, Exod. 24:12, welk uiterlijk inschrijven de harten der verdorven mensen niet kon bekeren. Zie Rom. 8:3; Gal. 3:21.

Ex 24.12 Ro 8.3 Ga 3.21

11) in vlesen tafelen des harten.

Hierdoor wordt niet verstaan hetgeen vlees of vleselijk, dat is, verdorven in Gods Woord menigmaal genaamd wordt, maar wordt hier genomen voor harten, die door Gods Geest zijn bekwaam gemaakt en vernieuwd om het woord des Evangelies met het geloof aan te nemen, gelijk Ezech. 36:26, en gelijk de goede aarde, waarvan Christus spreekt Matth. 13:23, waarom de apostel ook zegt in het Grieks sarkinais, niet sarkikais.

Eze 36.26 Mt 13.23
Copyright information for DutKant