Proverbs 8:1

1) de Wijsheid

Hij wil zeggen: Zekerlijk ja zij. Het is ene manier van vragen, die sterkelijk verzekert. Zie Gen. 13:9.

Ge 13.9

2) en verheft

Hebreeuws, geeft. Zie boven Spreuk. 1:20.

Pr 1.20

Matthew 11:19

24) gerechtvaardigd geworden

Dat is, Christus die de wijsheid des Vaders genoemd wordt, Spreuk. 8:12, enz.; 1 Cor. 1:24; of, zijne leer is voor goed en recht bekend en ontvangen geweest van haar oprechte discipelen.

Pr 8.12 1Co 1.24

Luke 11:49

52) zegt ook

Of, heeft gezegd.

53) de wijsheid Gods:

Dit spreekt Christus van zichzelven, alzo hij de eeuwige wijsheid des Vaders is, Spreuk. 8:1,22; 1 Cor. 1:24, gelijk blijkt uit Matth. 23:34.

Pr 8.1,22 1Co 1.24 Mt 23.34

1 Corinthians 1:18

40) het woord des

Dat is, de leer des Evangelies van Christus, die voor ons gekruisigd is.

41) dwaasheid;

Dat is, wordt van hen voor dwaasheid gehouden en van de wereldwijzen gerekend.

42) ene kracht

Dat is, een middel, waardoor de Geest van Christus in ons krachtig werkt het geloof en de wedergeboorte tot onze zaligheid; Rom. 1:16; 2 Cor. 3:3,4.

Ro 1.16 2Co 3.3,4

1 Corinthians 1:30

68) uit Hem zijt

Dat is, uit Zijne genade en kracht; gelijk Rom. 11:36. Zie 1 Joh. 4:1,2,4,6.

Ro 11.36 1Jo 4.1,2,4,6

69) in Christus

Dat is, met Christus, door het geloof verenigd; Rom. 8:1.

Ro 8.1

70) wijsheid van

Dat is, een oorzaak en stof van alle rechte wijsheid, en rechtvaardigheid, en heiligmaking.

71) verlossing.

Namelijk van alle kwaad en ellenden des lichaams en der ziel, welke volkomen zal geschieden ten uitersten dage, die daarom de dag der verlossing genaamd wordt; Ef. 4:30. Zie ook Luk. 21:28; Rom. 8:23.

Eph 4.30 Lu 21.28 Ro 8.23
Copyright information for DutKant