Proverbs 8:3

6) Aan de zijde

Hebreeuws, aan de hand der poorten. Hand voor zijde, zie 2 Sam. 18:4. Anders: ter plaats der poorten.

2Sa 18.4

7) voor aan de stad,

Hebreeuws, aan de mond der stad; dat is, aan haren ingang, gelijk de volgende woorden verklaren. Alzo de mond des puts, Gen. 29:2; de mond der spelonk; Joz. 10:18.

Ge 29.2 Jos 10.18

8) zij overluid:

Te weten, de wijsheid. Anders: roepen zij; te weten, de wijsheid en de verstandigheid. Zie daarvan boven Spreuk. 8:1. Het eerste is beter, gelijk het blijkt uit Spreuk. 8:6, alwaar het enkelvoudig getal is. Idem, zie onder Spreuk. 8:12.

Pr 8.1,6,12

Isaiah 57:8

Copyright information for DutKant