Psalms 102:12

22) Mijne dagen

De dagen mijns levens.

23) als een afgaande

Te weten, als de zon ondergaat is de schaduw wel lang uitgestrekt, maar zij blijft niet lang, alzo de nacht straks daarop volgt; Ps. 109:23, en Ps. 144:4.

Ps 109.23 144.4

24) als gras.

Zie Ps. 102:5.

Ps 102.4

Psalms 135:13

19) is in eeuwigheid;

Dat is, duurt. En alzo straks wederom.

20) Uw gedachtenis

Dat is, het bewijs en blijk der weldaden, die Gij uw volk doet, duurt altoos.

Hosea 12:5

21) Engel,

Den Zoon Gods, die in Hos. 12:4 God is genoemd, en in het volgende de HEERE, de God der heirscharen. Zie Gen. 48:16.

Ho 12.3 Ge 48.16

22) overmocht [Hem;]

Hij overmocht, of had de overhand in den kamp met dezen engel, te weten Gods Zoon, die zich van Jakob liet overwinnen, niet door enige onvermogendheid, of gebrek van krachten, maar om een zeer lieflijke en troostelijke verborgenheid daardoor te beduiden, van den strijd en overwinning der kinderen Gods.

23) hij weende en smeekte Hem.

Namelijk Jakob, weende en bad ernstiglijk om een zegen, vernemende dat hij met God te doen had. Dit wenen wordt wel in Mozes' historie niet vermeld, maar hier, tot verklaring van den Geest des Heeren bijgevoegd.

24) Hem,

De Zoon Gods vond Jakob daar, en verscheen hem. Zie Gen. 35:9, enz., en zo in het volgende: sprak Hij, te weten dezelfde Zoon Gods.

Ge 35.9

25) ons;

Die wij in de lenden van Jakob en onzer voorouders waren; zulks dat het ons mede aangaat, wat God aldaar gesproken en te dien tijde bij onze voorvaders gedaan heeft. Zie Ps. 66:6.

Ps 66.6
Copyright information for DutKant