Psalms 103:20

19) gij krachtige

Hebr. gij helden van kracht.

20) gehoorzamende

Dat is, zo haast als gij hoort en verneemt wat Hij zegt en wat zijn wil is.

21) de stem zijns

Dat is, het bevel.

Luke 2:9

12) stond bij hen,

Namelijk onverwacht en haastelijk, gelijk het Griekse woord medebrengt.

13) heerlijkheid des Heeren omscheen hen,

Dat is, een goddelijke glans en klaarheid.

Acts 12:7

9) een licht scheen

Namelijk van de blinkende gestalte des engels, gelijk Matth. 28:3, en Luk. 2:9.

Mt 28.3 Lu 2.9

10) de woning,

Of, gevangenis, kerker. Sommigen nemen dit voor het gehele huis der gevangenis, anderen alleen voor het binnenste deel, waar de gevangenen in gesloten lagen.

Copyright information for DutKant