Psalms 105:16
22) Hij riep Deze manier van spreken staat ook 2 Kon. 8:1; honger en dure tijd, gelijk alle andere plagen, zijn boden en uitrichters van Gods bevelen over de zondaars. 2Ki 8.1 23) land, Te weten, over het land van Egypte, Kanan en andere landen, Gen. 41:54, enz., en Gen. 42:1. Ge 41.54 42.1 24) Hij brak Zie Lev. 26:26. Gelijk een zwak of oud mens met een stok of staf ondersteund wordt, alzo stijft en sterkt het brood des mensen hart; Ps. 104:15. Le 26.26 Ps 104.15 Jeremiah 25:29
53) stad, Namelijk Jeruzalem, genoemd Gods stad. 54) naar Mijn Naam genoemd is, Hebreeuws, over welke mijn naam genoemd, of uitgeroepen is. Vergelijk boven Jer. 7:10. Jer 7.10 55) plagen, Hebreeuws eigenlijk, kwaad te doen. 56) enigszins Hebreeuws, onschuldig zijnde, of gehouden wordende, onschuldig gehouden worden? dat is, enigszins ongestraft blijven? Vergelijk onder Jer. 30:11, en Jer. 46:28, en Jer. 49:12, en zie 1 Kon. 2:9. Jer 30.11 46.28 49.12 1Ki 2.9 57) roep het zwaard Dat is, Ik beschik door mijn goddelijke regering dat het, als op een bijzonder bevel, komen zal. Alzo Ezech. 38:21. Vergelijk ook Jes. 13:3, en Jes. 46:11, en Jes. 48:15; Ezech. 36:29; Amos 5:8, en Amos 9:6; Hagg. 1:11. Hierom wordt het ook des Heeren zwaard genoemd, als hebbende van hem bevel, onder Jer. 47:6,7. Zie wijders 2 Kon. 8:1. Eze 38.21 Isa 13.3 46.11 48.15 Eze 36.29 Am 5.8 9.6 Hag 1.11 Jer 47.6,7 2Ki 8.1 Haggai 1:11
23) een droogte geroepen Anders: een woestheid; zie 2 Kon. 8:1; Jer. 25:29. Zie ook Deut. 28:22; Joel 1:10; Amos 1:2, en Amos 4:7,8,9. 2Ki 8.1 Jer 25.29 De 28.22 Joe 1.10 Am 1.2 4.7,8,9 24) over allen arbeid der handen. Dat is, over al de vruchten, die de aarde door den arbeid der mensen voortbrengt.
Copyright information for
DutKant