Psalms 106:24

37) het gewenste

Hebr. het land der begeerte; dat is, het land van Kana„n, hetwelk een schoon gewenst land was, vloeiende van melk en honing, waar ook de vrome voorvaders een grote begeerte toe gehad hadden. Zie Deut. 8:7, en Deut. 11:10,11,12; Jer. 3:19; Ezech. 20:6.

De 8.7 11.10,11,12 Jer 3.19 Eze 20.6

38) zij geloofden

Dat is, zij geloofden de beloften Gods niet, dat Hij hen in het beloofde land brengen en daarin bewaren zou; maar uit ongeloof wilden zij weder naar Egypte keren.

Copyright information for DutKant