Psalms 110:3

13) Uw volk zal

Hebr. uw volk der gewilligheden; dat is, het zal zijn een volk van grote gewilligheid, of vol gewilligheid, te weten, om het Evangelie aan te nemen, en om U, o Heere Jezus Christus, te dienen; ja het zal, bij manier van spreken, de gewilligheid zelve zijn. Zie Exod. 25:2; Ps. 119:108; Hand. 2:41, en Rom. 12:11, en versta hier door uw volk de uitverkorenen, of gelovigen.

Ex 25.2 Ps 119.108 Ac 2.41 Ro 12.11

14) op den dag Uwer

Dat is, als Gij de krachtige predikatie van het heilige Evangelie, door de apostelen, mitsgaders vele andere verkondigers van hetzelve, zult uitzenden, om de wereld en den duivel te overwinnen en veel schapen in den waren schaapstal te brengen. Zie Rom. 1:16; 2 Cor. 10:4,5; Openb. 6:2.

Ro 1.16 2Co 10.4,5 Re 6.2

15) in heilig sieraad;

Hebr. in de schoonheden of versierselen der heiligheid, of in heilig sieraad; dat is, in heiligheid des levens en allrlei Christelijke deugden, die uit het geloof voortkomen. Het is een gelijkenis, genomen van de priesters van het Oude Testament, die sierlijke en heilige klederen aantrokken als zij den Levietischen goddienst verrichten zouden. Anders: in de heerlijkheden des heiligdoms, of in het sierlijke heiligdom; dat is, in den schonen tempel; met welke woorden de kerk Gods dikwijls beduid wordt.

16) uit de baarmoeder

Dat is, uwe kinderen zullen U geboren worden, gelijk de dauw uit de baarmoeder van den dageraad. Gelijk de dauw in den dageraad als uit ene baarmoeder voortkomt en geboren wordt, en het gras met ontelbare droppels begiet en lieflijk bevochtigt, alzo zal het eerste licht der predikatie van het heilige Evangelie als een dauw ontallijk vele harten der uitverkorenen begieten en bevochtigen en die geestelijkerwijze baren. Zie Joh. 3:5; alwaar de Heere Christus den Heiligen Geest vergelijkt bij water, door hetwelk de aarde bevochtigd en vruchtbaar gemaakt wordt. Anders: het zal u van de baarmoeder des dageraads af een dauw van uwe jeugd wezen. Sommigen zo ouden als nieuwe leraars, verstaan deze woorden van de eeuwige geboorte des Zoons van den Vader, gesproken bij gelijkenis, genomen van menselijke geboorte, en zetten het over: Uit de baarmoeder voor den dageraad is U de dauw uwer geboorte. Anderen verstaan het van de menswording onzes Heeren Christus en zijne geboorte uit de maagd Maria.

Joh 3.5

Isaiah 26:19

64) Uw doden

Met deze woorden verklaart de kerk in het algemeen, en elke gelovige in het bijzonder, een vast vertrouwen van de zalige opstanding uit den dood, tot de heerlijkheid van het eeuwige leven; waarvan de verlossing uit de Babylonische gevangenschap een voorbeeld zou zijn, en daarom van de Joden met vertrouwen was te verwachten. Vergelijk Ezech. 37.

65) leven,

Dat is, zij zullen door uwe kracht weder verlost en opgewekt worden.

66) mijn dood lichaam,

Dit spreekt iedere gelovige mens voor zichzelven.

67) gij,

Dat is, gijlieden die als in de graven ligt.

68) uw dauw

Dat is, uwe goedertierenheid, waarmede Gij ons ontvangen zult, zal maken dat wij, die uw kerk of volk zijn, alzo zullen verkwikt en getroost worden, gelijk de dauw de kruiden verkwikt.

69) [als]

Dat is, als een dauw, die op de moeskruiden valt; versta hierbij het gras en alle andere kruiden, die uit de aarde wassen.

70) het land

Anders: Nadat Gij de reuzen [dat is, de machtige en verschrikkelijke vijanden van uw volk] zult ter aarde geveld hebben.

Isaiah 66:8-9

37) een land

Dat is, de inwoners van een land, een land vol volk.

38) op een enigen dag?

Dat is, plotseling, in een korten tijd.

39) Sion

Dat is, Zion heeft hare kinderen gebaard zo haast als haar de wee‰n of barensnood is aangekomen, zulks is geschied als de predikatie van het heilig Evangelie haastelijk is aangenomen geworden.

40) haar zonen gebaard.

Versta dit van een groot getal der heidenen, die door het geloof van Christus aangewonnen zijn. Zie Jes. 66:7.

Isa 66.7
41) Zou Ik

Of aldus: Zou Ik [anderen] de baarmoeder openbreken, en niet maken dat [Zion] zou baren? Of aldus: Zou Ik tot de geboorte brengen en niet doen baren? dat is, zou Ik een volk ten Evangelie bereiden, en gene genade geven om hetzelve te ontvangen, belijden en beleven? Vergelijk Jes. 37:3.

Isa 37.3

42) toesluiten?

Dat is, onvruchtbaar blijven of laten blijven. Zie Gen. 16:2, en Gen. 20:17,18.

Ge 16.2 20.17,18

Ezekiel 47:7

10) geboomte,

Afbeeldende de menigte der uitverkorenen, die door de kracht dezer wateren in Gods huis overal zouden wassen en vruchtbaar zijn in alle goede werken, tot Gods eer en stichting van den naaste, gelijk Ezech. 47:12 breder wordt verhaald. Zie Ps. 1:3, en Ps. 92:13; Jes. 44:3,4, en Jes. 55:11,13; Jer. 17:8; Joh. 15:2, enz.; 1 Cor. 3:6,7, enz.

Eze 47.12 Ps 1.3 92.12 Isa 44.3,4 55.11,13 Jer 17.8 Joh 15.2 1Co 3.6,7

1 Corinthians 3:6-7

10) Ik heb geplant,

Dat is, den eersten grond der gemeente door mijne predikatie gelegd, gelijk hierna verklaard wordt, 1 Cor. 3:10.

1Co 3.10

11) nat gemaakt;

Dat is, hetgeen ik begonnen had, heeft Hij door Zijne leer bevorderd en versterkt.

12) den wasdom

Dat is, het Woord, dat uitwendig van ons was gepredikt, in de harten der toehoorders krachtig gemaakt tot hunne bekering. Zie Joh. 6:44,65; Hand. 11:21, en Hand. 16:14, enz.

Joh 6.44,65 Ac 11.21 16.14
13) iets, noch

Te achten of te roemen; hetwelk alzo niet is te verstaan, alsof Paulus de dienaars wilde geacht hebben [want 1 Cor. 4:1 zal hij het tegendeel zeggen]; maar omdat niemand zich op de gaven der dienaren, wie zij ook zijn, alzo moet vergapen, dat hij hun de eer zou geven, die den oppersten auteur van dit werk toekomt; alzo het God is die hen stelt, die hun bekwame gaven geeft, en door hun arbeid krachtig is in de harten der mensen; 1 Cor. 3:5, en 1 Cor. 12:6; Gal. 3:5.

1Co 4.1 3.5 12.6 Ga 3.5
Copyright information for DutKant