Psalms 110:4

17) HEERE heeft gezworen,

Zie over deze psalm, inzonderheid over dit vierde vers het zevende hoofdstuk van den brief aan de Hebr. 7:4.

Heb 7.4

18) Gij zijt

Of, wees priester, of gij zult priester wezen.

19) Priester in eeuwigheid,

Te weten, die zichzelven zal offeren op het altaar des kruises, tot verzoening van al degenen, die in hem geloven; Hebr. 5:9, en Hebr. 5:9, en 9, 10.

Heb 5.9,9,9,10

20) naar de ordening

Of, naar de wijze van, of gelijk Melchizedek; die begin der dagen noch einde des levens had; idem, gelijk Melchizedek een koning en ook een priester geweest is, Gen. 14:18, alzo ook Jezus Christus, wiens voorbeeld Melchizedek geweest is.

Ge 14.18

Hebrews 7:1

1) deze Melchizedek

De apostel verhaalt deze geschiedenis van Melchizedek uit Gen. 14:17, enz., gelijk ook hierna uit Ps. 110, in welke plaatsen des Ouden Testaments alleen van hem gewag gemaakt wordt. Sommigen menen, dat deze geweest is Sem, de zoon van Noach, de voorvader van Abraham, welke Sem alsdan nog heeft geleefd, gelijk uit de vergelijking van zijn ouderdom met dezen tijd, dat dit Abraham is geschied, blijkt, in wiens huisgezin zonder twijfel de rechte kennis en dienst Gods is gebleven. Doch hiertegen strijdt, dat hij hierna gezegd wordt geweest te zijn zonder vader, zonder moeder en zonder geslachtregister.

Ge 14.17

2) van Salem,

Meest al de oude leraars menen, dat dit Salem is geweest de stad die daarna Jeruzalem wordt genoemd; hoewel Hieronymus met enige anderen houden, dat dit Salem is geweest omtrent de Jordaan, waarvan gewag gemaakt wordt Joh. 3:23, omtrent welke stad enige vlakke velden zijn geweest, waarvan gesproken wordt Gen. 14:17; en Hieronymus getuigt dat in zijn tijd de overblijfselen van het paleis van Melchizedek in dit Salem aan de Jordaan nog werden getoond.

Joh 3.23 Ge 14.17

3) des allerhoogsten Gods,

Dat is, des waarachtigen Gods, den bezitter van hemel en aarde, gelijk Melchizedek spreekt Gen. 14:19; met welken titel hij hem onderscheidt van de priesters der valse goden, waar de wereld eertijds mede vervuld was, welke ook zelfs enige voorouders van Abraham over den Eufraat gediend hebben; Joz. 24:14.

Ge 14.19 Jos 24.14

4) hem zegende;

Namelijk als een priester des Allerhoogsten, en met priesterlijk gezag, gelijk het bewijs, dat Paulus Hebr. 7:7 hieruit trekt, ook vereist.

Heb 7.7
Copyright information for DutKant