Psalms 119:164

167) zevenmaal

Dat is, dikwijls, gelijk Lev. 26:18; 1 Sam. 2:5; Spreuk. 24:16, en Spreuk. 26:25.

Le 26.18 1Sa 2.5 Pr 24.16 26.25

Proverbs 24:16

37) zevenmaal

Dat is, dikwijls; een zeker getal voor een onzeker; zie Lev. 26:8.

Le 26.8

38) vallen,

Te weten, in ellenden en zwarigheden. Alzo in Spreuk. 24:17, idem Ps. 37:24; of ook in zonden en gebreken, in welke de vromen ook worden gezegd te vallen; 1 Cor. 10:12.

Pr 24.17 Ps 37.24 1Co 10.12

39) opstaan;

Dat is, daaruit verlost en opgeholpen worden, te weten door Gods genadigen bijstand, Job 5:19; Ps. 34:20.

Job 5.19 Ps 34.19

40) kwaad

Te weten, der straf en der tegenheid; dat is, zullen daarin zo gestort worden, dat zij niet weder zullen kunnen opstaan.

Copyright information for DutKant