Psalms 120:5

8) [in] Mesech,

Dat is, onder een onheilig en goddeloos volk, gelijk de nakomelingen van Mesech en Kedar waren. Zie Gen. 10:2, en Gen. 25:13.

Ge 10.2 25.13

9) Kedars woon.

Kedar is geweest de zoon van Isma‰l, Gen. 25:13, wiens kinderen in het steenachtig Arabi‰ woonden en zich in tenten onthielden; Jes. 21:13,17.

Ge 25.13 Isa 21.13,17

Isaiah 21:13

57) In het woud

Dat is, van bangheid voor de Assyri‰rs zult gijlieden in de woestijn bij nacht versteken.

58) van Dedanieten!

Dat is, der Dedanieten. Dezen waren nakomelingen van Dedan, den zoon van Joksan, den zoon van Abraham uit Ketura; Gen. 25:3. Anders: in de paden van Dedanim, of in de wegen van Dedanim. Zie wijders Jer. 25:23.

Ge 25.3 Jer 25.23

Isaiah 21:17

68) der schutters,

Deze mannen hebben nog behouden den aard van hun voorvader Isma‰l, die een voortreffelijk schutter was; Gen. 21:20.

Ge 21.20

69) de helden der Kedarenen,

Hebreeuws, de helden der kinderen van Kedar.

70) minder worden,

Velen van hen zijn door de Assyri‰rs doodgeslagen.

Jeremiah 49:28-29

99) Tegen

Of, van.

100) Kedar,

Vermeld boven Jer. 2:10; zie aldaar.

Jer 2.10

101) Hazor,

Hebreeuws, Chatsor; zie Jos. 11:10,11, en Jos. 15:23,25, en Jos. 19:36; 1 Kon. 9:15; 2 Kon. 15:29; uit vergelijking van welke plaatsen blijkt dat er verscheidene steden van dezen naam geweest zijn, zo in het noorden als in het zuiden van Kana„n, doch hier verstaan sommigen, dat gemeend worden de omstreken in woest Arabi‰, waarheen de Hazorieten zich begeven hebben nadat Jozua die stad verbrand, en ook naderhand Barak Jabin verslagen had. Hetwelk met de bijvoeging van Kedar en de kinderen van het Oosten niet kwalijk overeenkomt; vergelijk boven Jer. 25:24.

Jos 11.10,11 15.23,25 19.36 1Ki 9.15 2Ki 15.29 Jer 25.24

102) sloeg,

Gelijk boven Jer. 46:2.

Jer 46.2

103) oosten.

Zie Richt. 6:3.

Jud 6.3
104) Schrik van rondom!

Gelijk boven Jer. 6:25, en hier boven Jer. 49:5. Anders: een schrik rondom tegen hen uitroepen.

Jer 6.25 49.5

Jeremiah 49:32

110) alle winden,

Hebreeuws, allen wind; dit is in alle hoeken der wereld, alzo onder Jer. 49:36; Ezech. 5:10, en Ezech. 17:21, enz.

Jer 49.36 Eze 5.10 17.21

111) hoeken afgekort zijn;

Zie boven Jer. 9:26.

Jer 9.26

112) zijn zijden aanbrengen,

Des Kedars, of Hazors zijden, of passages.

Copyright information for DutKant