Psalms 126:6

12) het zaad draagt,

Anders: het kostelijke zaad; dat is, dat hun duur ingekocht staat.

13) dat men zaaien zal,

Of, dat hij zaaien zal. Hebr. de trekking des zaads, of het zaad der trekking; te weten, dat uit den zaadzak getrokken wordt.

14) gaat al gaande en

Deze manier van spreken betekent een gedurig en naarstig gaan. De zin is: Het gaat ons als de arme landlieden, die een weinig duurgekocht zaad hebbende, hetwelk zij wel tot hunne nooddruft behoeven zouden; hetzelve, genoeg tegen hun hart, in den akker strooien; maar als de oogsttijd komt, zo zijn zij heel blijde, omdat zij Gods rijke zegening zien.

Isaiah 65:23

80) tevergeefs

Of, tot ijdelheid. Zie Lev. 26:16 tot Lev. 26:20.

Le 26.16,20

81) ter verstoring;

Alzo namelijk, dat hunne kinderen van de vijanden zouden omgebracht of gevankelijk weggevoerd worden. Zie Deut. 28:32, tot Deut. 28:41.

De 28.32,41

82) want zij zijn

Of, maar zij zullen zijn.

83) het zaad

Dat is, de kinderen.

84) hun nakomelingen met hen.

Dat is, hunne kindskinderen. Zie Jes. 44:3.

Isa 44.3

Matthew 13:3

2) gelijkenissen,

Grieks, parabolen; welke zijn zodanige gelijkenissen wanneer enige zaken op historische wijze, alsof zij onder de mensen geschied waren, verhaals worden, en iets anders, dat geestelijk is, er door verstaan wordt. Doch worden ook wel somwijlen breder genomen voor allerlei gelijkenissen, leringen en voortreffelijke spreuken. Zie Matth. 13:35.

Mt 13.35

1 Corinthians 9:10

17) op hoop moet ploegen;

Namelijk van de vruchten zijns arbeids daarna te genieten.

Copyright information for DutKant