Psalms 127:5

16) die zijnen pijlkoker

Die zijn huis vol van zulke kinderen heeft.

17) zij zullen niet beschaamd

Dat is, zij zullen uit vrees voor hunne wederpartijders hun rechtvaardige zaak niet behoeven onbeantwoord te laten, als zij voor den rechter verschijnen.

18) spreken zullen in

Dat is, te pleiten hebben voor het gericht, hetwelk in de stadspoorten pleegt te geschieden. Zie de aantekening bij Gen. 34:20.

Ge 34.20

Proverbs 17:6

16) kroon

Dat is, sieraad. Zie boven Spreuk. 12:4.

Pr 12.4

17) kindskinderen,

Te weten, die wijs en vroom zijn; in welken de ouden genieten Gods zegen, van welken zie Ps. 127:3, en Ps. 128:3.

Ps 127.3 128.3

18) zijn hun vaderen.

Want het is heerlijk uit eerlijke ouders te zijn.

Copyright information for DutKant