Psalms 13:3

5) voornemen

Overdenkende, hoe ik de handen mijner vervolgers zal mogen ontgaan. Hebr. zetten.

6) bij dag?

Wanneer het licht en het gewoel van mensen en allerlei voortkomende dingen de bekommernis en droefheid plegen te verbreken, of te verdrijven, blijft ik evenwel in zorg en bekommernis van verrast en overvallen te worden van Saul en de zijnen.

Psalms 76:5

8) roofbergen.

Hierdoor verstaan sommigen de machtige koningen en koninkrijken [bij bergen somtijds in de Schriftuur vergeleken], die gewoon zijn zowel elkander als Gods volk tezamen, gelijk wilde dieren, te roven. Anders: Gij zijt doorluchtig en heerlijk van, of vanwege de roofbergen; dat is, Gij hebt ere ingelegd en uw heerlijke macht betoond op de bergen; vanwaar de vijanden [gelijk wilde beesten] ons meenden te roven en te verscheuren, daar hebt Gij hen verdaan en hen ons tot een roof gegeven, gelijk in het volgende verklaard wordt.

Ecclesiastes 12:5

23) zij

Te weten de oude personen.

24) voor de hoogte

Of, voor de hoge plaatsen; dat is, voor hoogverheven of oneffen plaatsen, die de oude personen niet gaarne betreden, vanwege de zwakheid hunner benen, vrezende zich daaraan te stoten, of daarvan te zullen vallen. Of, omdat het hun zuur valt de hoge trappen of heuvels op te klimmen.

25) verschrikkingen

Of, verslagenheden; te weten grote of vele; vrezende dat zij ergens hun voeten of tenen aan stoten mochten.

26) en de amandelboom zal bloeien

Als de grijze of grauwe haren daar zijn.

27) en dat de sprinkhaan

Dat is, de oude man, die zo mager, krom en dor geworden is als een sprinkhaan; anderen: en hem een sprinkhaan; dat is een licht ding als een sprinkhaan, lastig valt.

28) de lust zal vergaan

Te weten der lichamelijk geneugten en wellusten. Ook de lust tot eten, drinken, enz.

29) want de mens

Alsof hij zeide: Als de mens al de ongemakken gevoelt, zo mag hij wel denken dat hij nabij de dood is, ja, alreeds de ene voet in het graf heeft.

30) naar zijn eeuwig huis,

Dat is, naar het graf, want daar zal de mens lang blijven.

31) de rouwklagers

Dat is, die lieden, die de verstorvene ten grave bestellen, beschreien en beklagen, waartoe men lieden pleegt te huren. Zie de aantekening bij Jer. 9:17.

Jer 9.17

Jeremiah 51:57

154) dronken maken;

Uit den beker van mijn toorn.

155) eeuwigen slaap slapen,

Zie boven Jer. 51:39.

Jer 51.39
Copyright information for DutKant