Psalms 137:8

26) O dochter van

Dat is, gij Babylonische natie, gelijk Ps. 9:15; Jer. 51:33. Of, gij inwoners van Babyloni‰. Zie de aantekening bij Hoogl. 2:2.

Ps 9.14 Jer 51.33 So 2.2

27) die verwoest zult

Hebr. gij verwoeste; dat is, die zo zekerlijk zult verwoest worden alsof het nu alreeds geschied ware, dewijl God over u zulks besloten heeft. Of verwoeste; dat is, die waardig zijt en wel verdiend hebt dat gij zoudt verwoest worden, gelijk Ps. 18:4: ik riep den geprezenen Heere aan; dat is, dien Heere, die prijzenswaardig is.

Ps 18.3

28) welgelukzalig

Hij wil zeggen dat een ieder den verstoorder van Babel gelukwensen en grotelijks bedanken zal, dat hij den Babyloni‰rs vergolden heeft hetgeen zij wel verdiend hadden. Zie Jes. 13: ; Jer. 50,51.

29) misdaan hebt.

Of, vergolden hebt. Het Hebr. woord wordt genomen voor weldoen en voor kwaaddoen.

Isaiah 37:22

28) de dochter van Sion,

Dat is, de inwoners der stad Jeruzalem, die de vreemden nog niet geschonden hadden. Zie 2 Kon. 19:21.

2Ki 19.21

29) schudt

Tot een teken van verachting; zie Ps. 22:8.

Ps 22.7

Lamentations 4:21

81) Wees vrolijk,

Dit spreekt de profeet spottenderwijze tot de vijanden der Joden, alsof hij zeide: Neemt uwe geneugte van ons, zolang als God u geweld over ons geeft.

82) gij dochter Edoms,

De zin is: Verblijdt u, al onze vijanden, doch inzonderheid, gij Edomieten, gij die zo wreed over ons geweest zijt. Ziet Ps. 137:7.

Ps 137.7

83) in het land

Of, bij het land Uz.

84) Uz woont!

Van het land Uz, zie Gen. 10:23, en Job 1:1.

Ge 10.23 Job 1.1

85) de beker

Te weten de beker van den toorn Gods. De zin is: De slaande roede van des Heeren hand zal niet alleen ons treffen, maar gij zult er uw deel ook van hebben. Zie de aantekening Ps. 11:6. Zie ook Jer. 25:15; Micha 7:8; Obad.:16.

Ps 11.6 Jer 25.15 Mic 7.8

86) gij zult dronken worden,

Dat is, gij zult ook Gods straffen overvloediglijk gevoelen.

87) ontbloot worden.

Dat is, uwe schande en oneer zal voor alle mans ogen openbaar worden. Anders: en gij zult u ontbloten gelijk de dronken mensen plegen te doen. Zie Gen. 9:21.

Ge 9.21
Copyright information for DutKant