Psalms 138:7
14) maakt Gij mij Zie Ps. 119:25. Anders: Als ik zal wandelen, enz. zult Gij mij levend maken, en alzo in het volgende. Ps 119.25 15) tegen den toorn Te weten, om dien te temmen en te tomen, gelijk Ps. 3:8. Anders, tegen den neus, of het aangezicht; te weten, om hen in het aangezicht te smijten. Het Hebr. woord Aph betekent zowel den neus als toorn. Ps 3.7 16) Uw rechterhand Of, Gij behoudt mij met uwe rechterhand.
Copyright information for
DutKant