‏ Psalms 14:1

1) opperzangmeester.

Zie Ps. 4:1.

Ps 4.1

2) De

Verg. den 53ste Ps. Ps. 53:

3) dwaas

Zie 1 Sam. 25:25.

1Sa 25.25

4) zegt in

Dat is, denkt bij zichzelven; gelijk boven Ps. 10:6; hoewel hij zich uiterlijk somtijds anders voordoet. Verg. Job 21:14.

Ps 10.6 Job 21.14

5) verderven

Of, zij hebben [zichzelven of hunnen weg] verdorven. Verg. Gen. 6:12; Exod. 32:7; Deut. 31:29.

Ge 6.12 Ex 32.7 De 31.29

6) zij maken

Of, zij maken zichzelven gruwelijk [met] hun handel.

‏ Psalms 35:25

39) Heah,

Alsof zij zeiden: Moed! weest nu vrolijk, o, onze ziel, want wij zien onzen lust aan hem. Zie boven, Ps. 35:21.

Ps 35.21

‏ Matthew 24:48

‏ Romans 10:6

11) spreekt aldus:

Dat is, luidt aldus; of van dezelve wordt aldus gesproken; Deut. 30:11,12.

De 30.11,12

12) Zeg niet

Sommigen menen dat deze woorden eigenlijk van de bevelen des geloofs door Mozes gesproken zijn, alzo hij even tevoren gehandeld had van de besnijdenis des harten en ware bekering, welke eigenlijk beloften zijn des Evangelies en niet der wet. Anderen menen omdat Paulus niet zegt: Mozes spreekt aldus, maar: de gerechtigheid uit het geloof spreekt aldus, dat deze drie verzen van Paulus bij toepassing op het geloof toegepast worden, alzo hij ook enige woorden uitlaat en enige daarbij doet; in dezen zin: Indien Mozes van de geboden der wet dit gezegd heeft, veel meer mag het gezegd worden van de beloften en bevelen des Evangelies, die niet alleen licht zijn om te verstaan, gelijk de wet, maar ook lichter zijn om na te komen, door de kracht van Gods Geest, die door het Evangelie het geloof in ons werkt; Gal. 3:2.

Ga 3.2

13) in uw hart:

Namelijk als twijfelende, waar gij den weg der zaligheid zult zoeken en vinden.

14) Wie zal in den hemel opklimmen?

Namelijk om ons vandaar te halen den wil van God van onze gerechtigheid en zaligheid.

15) Hetzelve is Christus

Namelijk bij ons, Christenen, zoveel alsof wij ontkenden dat Christus eens van den hemel nedergedaald is om ons dien weg te openbaren en de gerechtigheid te verwerven; en dat Hij nog eens daartoe moest afdalen.

‏ Revelation of John 18:7

15) Ik zit [als]

Dat is de eigen roem van dien die zit in den tempel Gods, alsof hij God ware, en die zichzelf in het wereldlijke verheft boven alle koningen en prinsen, en in het geestelijke boven alle kerkvergaderingen, bisschoppen en prelaten, die als een moeder en koningin van alle Kerken niet kan bezwijken, noch dwalen, wier stoel niet kan te gronde gaan; en dergelijke prachtige titels meer, die zij zichzelf en hare dienaars haar doorgaans in hun schriften geven.

Copyright information for DutKant