Psalms 14:7

17) Och

Anders, wie zal geven uit Zion de verlossing Isra‰ls? ene manier van wensen bij de Hebre‰n gebruikelijk. Zie Deut. 5:29. De zin is: Och dat de Heere uit Zion, waar Hij woont bij de arks des verbonds, zijn volk verlossen mocht! Anders zou het ook een vraag kunnen zijn, waarop het antwoord volgt. Verg. verder Rom. 11:26.

De 5.29 Ro 11.26

18) gevangenen

Hebr. gevangenis. Zie Num. 31:12. Dat is, de vromen, die onder der bozen tirannie als gevangen zijn. Zie verder Deut. 30:3; Luk. 4:19, en Ef. 4:8.

Nu 31.12 De 30.3 Lu 4.19 Eph 4.8

19) Jakob

Jakobs nakomelingen, de Isra‰lieten; versta de vromen, die de voetstappen van hun voorvaders navolgen.

Psalms 68:18

37) wagenen

Of, ruiterij; versta, de heirscharen der engelen, bereid tot Gods dienst, om zijn volk te beschermen tegen der vijanden geweld, die veel op menigte van wagens plegen te roemen. Zie 2 Kon. 6:15,17.

2Ki 6.15,17

38) tweemaal

Hebr. twee millioen; dat is, zeer veel, ontallijk, duizenden. Het getal van tien wordt alzo voor menige en veelheid gebruikt, en vervolgens de verdubbeling van tien duizend nog meer. Zie Gen. 31:41; Matth. 18:24.

Ge 31.41 Mt 18.24

39) verdubbeld.

Hebr. verdubbeling. Anders, engelen. Het Hebr. woord wordt alzo alleen hier gevonden.

40) Sina‹

Dat is, de heerlijkheid en heiligheid Gods is er zodanig, gelijk zij zich eertijds op den berg Sina‹ vertoond heeft. Zulks, dat zij op Sina‹ nu niet is te zoeken.

Copyright information for DutKant