Psalms 141:2
3) Mijn gebed Hij wil zeggen: Mijn gebed zij U zo aangenaam als het reukwerk en offeranden, die men U [achtervolgens de inzetting der wet] offert. 4) reukwerk voor Te weten, dat gerookt werd op het reukaltaar in den tabernakel; Exod. 30:7,8,34. Ex 30.7,8,34 5) de opheffing Dat is, mijn gebed, hetwelk ik doe met opgeheven handen, of psalmen, gelijk er in het Hebr. staat; omdat men dikwijls in grote devotie of aandacht des gebeds de open handen of palmen naar den hemel toe verheft, als wensende den zegen Gods te ontvangen. Verg. Job 11:13, en Ps. 44:21, en Ps. 63:5, en Ps. 88:10; en Klaagl. 2:19, en Klaagl. 3:41. Zie ook 1 Kon. 8:22, en Ps. 28:2. Job 11.13 Ps 44.20 63.4 88.9 La 2.19 3.41 1Ki 8.22 Ps 28.2 6) het avondoffer. Dat is, hetwelk alle avonden placht geofferd te worden. Zie Exod. 29:39,40,41,42; Num. 28:2,3,4,5,6,7,8. Ex 29.39,40,41,42 Nu 28.2,3,4,5,6,7,8
Copyright information for
DutKant