Psalms 143:1
1) psalm van David. Enigen menen dat David dezen psalm gedicht heeft toen Absalom hem vervolgde; anderen, toen Saul hem najaagde. 2) verhoor mij naar Alsof hioj zeide: Dewijl mij geweld en ongelijk geschiedt van mijne vijanden, zo bid ik U, o Heere, dat Gij als een rechtvaardig rechter, zulks niet langer wilt laten geschieden. 3) naar uwe gerechtigheid; Dat is, om uwer gerechtigheid wil. Zie Ps. 31:2. Ps 31.12 Peter 1:1
1) Petrus, Of Simon. Zie Matth. 4:18; Mark. 1:16. Mt 4.18 Mr 1.16 2) Petrus, Van dezen naam, zie 1 Petr. 1:1. 1Pe 1.1 3) een dienstknecht en Zie Rom. 1:1; Filipp. 1:1; Jak. 1:1. Ro 1.1 Php 1.1 Jas 1.1 4) apostel van Jezus Christus, Zie Luk. 6:13. Lu 6.13 5) dengenen Dat is, aan de gelovige en verstrooide Joden, waaraan hij zijn eerste zendbrief ook heeft geschreven. Zie 1 Petr. 3:1. 1Pe 3.1 6) even dierbaar geloof Dat is, hetzelfde dierbare geloof, want hoewel het geloof van den een dikwijls groter en sterker is dan van den ander, zo is nochtans alle geloof, als het maar een oprecht geloof is, even dierbaar ten opzichte van hetgeen waar het geloof op steunt en hetgeen men door het geloof verkrijgt; waarom het ook n geloof genoemd wordt; Ef. 4:5. Eph 4.5 7) met ons verkregen hebben, Namelijk apostelen en andere Joden, die hier of te Jeruzalem en in het Joodse land, in Christus geloven. Grieks met ons door lot verkregen; Luk. 1:9. Lu 1.9 8) door de rechtvaardigheid Grieks in de rechtvaardigheid; dat is, door de waarachtigheid en standvastigheid Gods in zijn beloften, dat hij in zijn komst in het vlees enigen uit de Isralieten krachtig zou roepen. Het geloof dan wordt niet verkregen door onze krachten of naar onze verdiensten, maar door een genadig geschenk van God, volgens Zijn beloften en Zijn voornemen. Zie Ef. 2:8. Eph 2.8 9) onzen God en Zaligmaker, Zie van deze twee titels de aantekeningen op Tit. 2:13. Tit 2.13
Copyright information for
DutKant