Psalms 144:5

6) Neig Uw hemelen,

Dat is, kom mij en uw volk te hulp van den hemel, en betoon uwe heerlijkheid en macht tegen onze vijanden. Zie 2 Sam. 22:10. Het is menselijkerwijze gesproken.

2Sa 22.10

7) daal neder;

Te weten, tot mijne hulp en tot verstoring uwer vijanden.

8) bergen aan,

Dat is, (naar sommiger gevoelen) mijn grote en geweldige vijanden. Men kan dit ook nemen als ene beschrijving van de majesteit en de macht Gods in het uitvoeren van zijne oordelen tegen de goddelozen, die de vromen verdrukken. Verg.Ps. 104:32, enz.

Ps 104.32

9) dat zij roken.

Dat is, dat zij als rook verdwijnen.

Copyright information for DutKant