Psalms 16:9

20) eer

Zie Gen. 49:6.

Ge 49.6

21) vlees

Dat is, lichaam

22) zeker

Of, veiliglijk. Hebr. eigenlijk, met, of in vertrouwen, te weten, dat de opstanding ten derde dage zekerlijk volgen zal.

Luke 10:24

33) hebben begeerd te zien,

Grieks hebben willen zien.

Luke 23:51

55) verwachtte;

Of, ontving, nam aan.

John 3:32

53) hetgeen Hij gezien

Dat is, waarvan Hij uit zichzelven volkomen en zekere kennis heeft.

54) niemand aan.

Dat is, zeer weinige, en bijna niemand, in vergelijking van de grote menigte dergenen, die het verwerpen, gelijk uit Joh. 3:33 blijkt.

Joh 3.33

John 8:56

86) met verheuging

Grieks van vreugde opgesprongen.

87) Mijn dag zien zou;

Namelijk mijner komst in het vlees; Luk. 10:24; Hebr. 11:13.

Lu 10.24 Heb 11.13

88) gezien, en is

Namelijk door het geloof, ziende op de belofte Gods van deze komst.

89) verblijd

Zie Gen. 17:17.

Ge 17.17

90) geweest.

Of, werd verblijd.

Copyright information for DutKant