Psalms 18:15

5) vermenigvuldige

Of, schoot bliksemen uit. Zie Job 16:13; Jer. 50:29.

Job 16.13 Jer 50.29

Isaiah 50:2

6) daar was niemand,

Te weten die mijn woord hoorde en gehoorzaamde, toen Ik ulieden door de profeten, mijne dienaars, tot boete liet roepen en mijne genade aanbieden.

7) gans kort

Hebreeuws, kort wordende kort geworden. Alsof de Heere zeide: Hebt gij mij daarom niet willen horen of gehoorzamen, omdat gij aan mijne almacht getwijfeld hebt, alsof Ik u uit uwe ellende niet zou kunnen verlossen?

8) maak Ik de zee

Gelijk gebleken is aan de Rode zee, Exod. 14:21, en aan de Jordaan; Joz. 3:16. Alsof de Heere zeide: Dewijl Ik zulks doen kan, zo ontbreekt mij ook gene macht om ulieden te redden. Van Gods schelding zie Ps. 9:6, en Ps. 18:16, en Ps. 104:7.

Ex 14.21 Jos 3.16 Ps 9.5 18.15 104.7

Nahum 1:4

14) scheldt de zee,

Dat is, bestraft. De profeet beschrijft de macht, die God heeft over de zee, rivieren en velden. Waarvan zie voorbeelden, Exod. 14:22; 2 Kon. 2, Ps. 66:6, en Ps. 106:9, en Ps. 107, Jes:4, Luk. 8:24. De zin is: die zulke grote dingen doen kan in de wateren en op de aarde, die kan ook wel, als het Hem belieft, het rijk der Assuri‰rs veranderen.

Ex 14.22 Ps 66.6 106.9 Lu 8.24

15) maakt ze droog,

Dat is, Hij kan ze droogmaken als het Hem belieft.

16) Basan en Karmel kwelen,

Zie van Basan Ps. 22:13, en van Karmel 2 Kon. 19:23.

Ps 22.12 2Ki 19.23

17) kweelt

Te weten, van zijnen toorn, of vanwege de grote en langwijlige droogte, weshalve de aarde geen vruchten kan voortbrengen. Verg. Joel 1:10,12.

Joe 1.10,12

18) de bloem van Libanon.

Dat is, de bloemen die op den berg Libanon wassen.

Matthew 8:26

24) bestrafte de winden en de zee;

Hun bevelende stil te zijn. Zie Mark. 4:39.

Mr 4.39

25) stilte.

Of, kalmte.

Copyright information for DutKant