Psalms 19:14

26) trotshheden,

Of. moedwilligheden; dat is, moedwillige zonden, die willens en wetens, en met opzet, hoogmoed en verachting Gods geschieden.

27) heersen;

Verg. Rom. 6:12.

Ro 6.12

28) oprecht

Zie Gen. 6:9.

Ge 6.9

29) grote

Of, vele, vermenigvuldigde.

Isaiah 56:7

Copyright information for DutKant