Psalms 2:11

25) vreze

Met kinderlijke vreze, erende en ontziende den HEERE, gelijk goede kinderen hun goede vader doen.

26) verheugt u

Over de grote zaligheid, die u van den groten en zeer genadigen God, tegen al uwe verdiensten, wordt voorgedragen, om door geloof te genieten in zijn eniggeboren Zoon, wiens verachters schrikkelijk zullen ontkomen. Verg. Hos. 11:10,11. Filipp. 2:12.

Ho 11.10,11 Php 2.12

Ephesians 5:16

22) tijd uitkopende,

Dat is, de goede gelegenheden van weldoen en anderen voor Christus te winnen, voorzichtig waarnemende; ene gelijkenis, genomen van wijze kooplieden.

23) de dagen boos zijn.

Namelijk zo vanwege de ongeregeldheid der mensen, als vanwege de vervolgingen. Hij gaat dan voort in de gelijkenis, genomen van kooplieden, die in dure en zorgelijke tijden allervoorzichtigst moeten zijn, om hun handel wel te drijven, de kwade gelegenheden te mijden en de goede niet te verzuimen.

Ephesians 6:7

13) den Heere,

Namelijk Christus Jezus, in dezen uwen dienst, als die dezen u in dit beroep opgelegd heeft. Zie Joh. 14:14.

Joh 14.14

14) niet de mensen;

Namelijk alleen of voornamelijk.

Colossians 4:5

8) met wijsheid

Grieks in wijsheid; dat is, wijselijk, voorzichtig, dat is, alzo dat gij uzelven zonder nood in geen gevaar brengt, noch dat gij hunne zonden, afgoderijen of valse leringen niet toegeeft, maar hen bij elke gelegenheid zoekt te winnen.

9) die buiten zijn,

Dat is, nog vreemd zijn van het geloof, of de gemeente Gods, die het huis Gods is. Zie dergelijke 1 Cor. 5:12,13.

1Co 5.12,13

10) uitkopende.

Van deze wijze van spreken, zie de aantekeningen Ef. 5:16.

Eph 5.16
Copyright information for DutKant