Psalms 22:12

Jeremiah 8:16

31) Dan

Zie boven Jer. 4:15.

Jer 4.15

32) zijner paarden

Van den koning van Babel.

33) sterken;

Dit kan men verstaan van het gejuich der sterke helden van zijn heirleger, of het gebries zijner sterke paarden. Zie Ps. 22:13, en onder Jer. 47:3.

Ps 22.12 Jer 47.3

34) volheid,

Dat is, al wat er in is, vergelijk Ps. 24:1, enz.

Ps 24.1

Jeremiah 50:11

29) gij plunderaars

Of, plunderende, of als gij plundert.

30) erfenis!

Van het land Kana„n en van mijn volk.

31) geil geworden zijt

Of, gegroeid zijn, aan het lichaam toegenomen zijt, als een jonge vaars, die in jong teder gras gaat weiden.

32) [paarden];

Gelijk boven Jer. 47:3.

Jer 47.3
Copyright information for DutKant