Psalms 22:13
16) Vele Of, grote, machtige varren. Versta de oversten van het Joodse volk, zijnde als sterke, lijvige, vette ossen en wrede, stotende stieren. 17) [stieren] Het Hebr. woord betekent eigenlijk sterken, machtigen, maar wordt ook genomen voor stieren, ossen of bullen, gelijk afgenomen wordt uit Jes. 34:7. Zie ook Ps. 50:13; Ps. 68:31. Jer. 47:3. [waar het voor sterke guilen genomen wordt] en Jer. 50:11. Isa 34.7 Ps 50.13 68.30 Jer 47.3 50.11 18) Basan Zie Deut. 32:14. Ezech. 39:18. Hos. 4:16. Amos 4:1. De 32.14 Eze 39.18 Ho 4.16 Am 4.1 19) omringd. Hebr. alsof men zeide: kroonswijze omgeven, of bezet.
Copyright information for
DutKant