Psalms 22:6

Isaiah 52:14

49) zich

Of, over U zijn verbaasd geweest, of verbaasd zijn geworden.

50) u ontzet hebben,

O Jezus Christus.

51) alzo

Of, zo ijselijk zal zijn gelaat wezen; namelijk vanwege de kroning met de doornenkroon, de geseling en kruisiging, waarvan in Jes. 53: wijdlopiger zal gesproken worden, zie Filipp. 2:7. Het zijn de woorden Gods, sprekende in den derden persoon, met welke Hij reden geeft waarom zich velen over Christus zouden ontzetten. Sommigen houden het voor ingevoegde woorden van den profeet.

Php 2.7

52) Zijn gelaat,

Of, zijn aangezicht; te weten van mijn knecht, Jezus Christus.

Isaiah 53:2

4) Want Hij is

Alsof hij zeide: Uit de nederigheid en uit den verachtzamen staat, in welken Christus verschenen is, nemen zij gelegenheid om Christus te verachten; want de Joden hadden zichzelven ingebeeld enen Messias, die in koninklijke pracht verschijnen zou; maar deze Christus komt slecht en gering, als een spruitje of rijsken. Zie Jes. 4:2, en Jes. 11:1.

Isa 4.2 11.1

5) voor Zijn aangezicht

Te weten voor het aangezicht van God zijn Vader. Sommigen verstaan het, voor het aangezicht van het ongelovige Joodse volk, hetwelk niet dacht dat dit rijsken metterdaad tot een hogen boom opwassen zou.

6) opgeschoten,

Te weten naar zijn menselijke natuur.

7) als een wortel

Dit kan men duiden op den nederen verachten staat van het huis Davids, als Christus daaruit voortkwam, of op de kleine beginselen van zijn koninkrijk, ten aanzien van welke men niet zou geloofd hebben dat hij tot een groten vruchtbaren boom zou opwassen, maar veel meer dat hij tenonder blijven zou; gelijk het zaad, hetwelk in een dor, droog land geworpen wordt, verdroogt bij gebrek aan vochtigheid, of gelijk de wortel van een boom, die in dorre aarde geplant is, niet kan opschieten, de boom afgehouwen zijnde.

8) uit een dorre aarde;

Hebreeuws, uit een land der droogte.

9) Hij had geen gedaante

Vanwege zijn nederigen staat en de wonden en striemen, het bloed en zweetdruppels, alsook andere menigvuldige ellenden, die zijn gelaat hebben mismaakt.

10) wij Hem aanzagen,

Te weten wij Joden.

11) gestalte,

Of, aanzien.

12) dat wij Hem zouden begeerd hebben.

Te weten naar de ogen des vleses en des menselijken vernufts.

1 Corinthians 1:23

53) ene ergenis en

Namelijk vanwege Zijn geringen en verachten staat in de wereld, overmits zij een machtigen koning in de wereld verwachten, die hen als kleine koningen over anderen zou doen heersen. Zie ook Luk. 2:34.

Lu 2.34

54) ene dwaasheid;

Namelijk dat wij het leven door den dood van een gekruisigden mens zouden verwerven.

Copyright information for DutKant