Psalms 24:1

1) volheid,

Te weten, alle schepselen, waarmede de Heere de aarde vervuld heeft. Dat Hij dan uit dit alles, hetwelk Hem door het recht der schepping toekomt, zijn volk tot een bijzonder eigendom voor zich verkiest en op zijn berg huisvest, is zijn bijzonder genade. Verg. Exod. 19:5; Deut. 10:14,15.

Ex 19.5 De 10.14,15

1 Corinthians 10:26

52) de aarde is des Heeren

Dat is, al is het dat het tevoren van de afgodendienaars was misbruikt, nochtans houdt het niet op te blijven een schepsel des Heeren, die het geschapen heeft om met dankzegging te gebruiken; 1 Tim. 4:4.

1Ti 4.4

Ephesians 2:4

16) Die rijk is in

Dat is, overvloedig.

17) door Zijn grote

Of, om, van wege.

Copyright information for DutKant