Psalms 24:6
13) uw Hij spreekt God aan, tonende zijn vast vertrouwen van de waarheid dezer gewichtige zaak, om de huichelaars, die zich het tegendeel inbeelden, als voor Gods rechterstoel te overtuigen en te beschamen. Aangaande deze manier van spreken, zie 2 Kron. 7:14, en 2 Kron. 11:16. 2Ch 7.14 11.16 14) Jakob Dat is, dat zij de rechte kinderen Jakobs, de rechte Isralieten. Verg. Joh. 1:48; Rom. 9:6. Anders, o Jakob; dat is, o gij ware gemeente, gij geestelijk Isral. Dit is ene zaak [wil hij zeggen] waarop gij wel moet letten, als zijnde van groot gewicht in het punt van godsdienst, kerende zich alzo van de aanspraak Gods tot de kerk. Joh 1.47 Ro 9.6 15) Sela. Zie Ps. 3:3. Ps 3.2
Copyright information for
DutKant