Psalms 25:10
14) paden Al wat Hij bij zijn kinderen doet, zijn ganse regering, over hen, is niet dan enkel goedgunstigheid, die Hij naar zijn gewisse beloften aan hen tot hun best bewijst, hoe vreemd dat het dikwijls, ten aanzien van menigerlei kruis, het vlees moge toeschijnen. Verg. Deut. 32:4; Rom. 8:28. De 32.4 Ro 8.28 15) waarheid Of, trouw. 16) verbond Die de beloften zijns verbonds met geloof aannemen en daarop een godvruchtig leven leiden. Van het verbond Gods, zie Jer. 31:31,32,33, enz. Hebr. 8:6,8,9, enz. Jer 31.31,32,33 Heb 8.6,8,9Psalms 86:8
6) Onder de Dat is, onder de afgoden, zie Ps. 96:5; 1 Cor. 8:5,6. Men kan ook onder den naam van goden hier verstaan de engelen, of de prinsen dezer wereld. Ps 96.5 1Co 8.5,6Psalms 86:10
Jeremiah 10:7
16) heidenen? Zelfs regerende over die volken, die U niet kennen maar de afgoden dienen. 17) komt U toe; Of, past U, dat men U vreze. 18) wijzen Die zich meest van wijsheid plegen te beroemen en toch enkel dwazen zijn, gelijk in Jer. 10:8 bewezen wordt. Jer 10.8 19) ganse Dat is, al hunne koninkrijken, die tezamen een afgodisch heidens koninkrijk uitmaken.
Copyright information for
DutKant