Psalms 25:18-19

28) Aanzie mijne ellende

Genadiglijk en met medelijden, en help mij, gelijk Deut. 26:7. Zie Gen. 16:13, enz.

De 26.7 Ge 16.13

29) neem weg

Dat is, vergeef. Het Hebr. woord betekent eigenlijk opheffen, dragen, op- of wegnemen, en wordt voorts gebruikt van vergeving der zonden. Verg. Ps. 32:1, met Rom. 4:7; versta, om Christus' wil, die gezegd wordt onze zonden gedragen en weggenomen te hebben, Joh. 1:29; 1 Petr. 2:24. Wat anders is het als iemand gezegd wordt zijn eigen zonden of ongerechtigheid te dragen. Zie daarvan Lev. 5:1.

Ps 32.1 Ro 4.7 Joh 1.29 1Pe 2.24 Le 5.1
30) Aanzie mijne vijanden,

Te weten, in toorn. Verg. boven, Ps. 21:10.

Ps 21.9

31) vermenigvuldigen

Of, zijn, of worden machtig.

32) wrevelingen

Hebr. haat des wrevels, of gewelds.

Copyright information for DutKant