Psalms 25:5

7) waarheid

In uw Woord geopenbaard, zie Joh. 17:17; of, waarheid; dat is, uw waarachtige en getrouwe beloften, geef dat ik daarop vast vertrouw en mij daarnaar richt, om mij niet door ongeloof of wraakgierigheid te vergrijpen.

Joh 17.17

8) God

Gelijk Ps. 24:5.

Ps 24.5

9) U verwacht

Dat is, uw genadige hulp en verlossing.

Psalms 25:10

14) paden

Al wat Hij bij zijn kinderen doet, zijn ganse regering, over hen, is niet dan enkel goedgunstigheid, die Hij naar zijn gewisse beloften aan hen tot hun best bewijst, hoe vreemd dat het dikwijls, ten aanzien van menigerlei kruis, het vlees moge toeschijnen. Verg. Deut. 32:4; Rom. 8:28.

De 32.4 Ro 8.28

15) waarheid

Of, trouw.

16) verbond

Die de beloften zijns verbonds met geloof aannemen en daarop een godvruchtig leven leiden. Van het verbond Gods, zie Jer. 31:31,32,33, enz. Hebr. 8:6,8,9, enz.

Jer 31.31,32,33 Heb 8.6,8,9
Copyright information for DutKant