Psalms 26:12

14) effen

Hebr. in, of op het rechte, effene, platte. Alzo wordt het Hebr. woord [betekenende rechtheid, of rechtigheid, gesteld tegen krom, oneffen, Jes. 40:4], voor plat, vlak, effen land genomen, Deut. 3:10; Jer. 21:13.

Isa 40.4 De 3.10 Jer 21.13

15) vergaderingen.

Hij wil zeggen dat hij, vertrouwende op de goede uitkomst alsof zij voor ogen ware, niet alleen in het geheim, maar ook in het openbaar voor de gemeente, God zal danken, dat Hij hem in zovele gevaren en aanvechtingen naar ziel en lichaam bewaard, en ten aanzien van beide als op een effen en zekere baan zal hebben gesteld.

Copyright information for DutKant