Psalms 30:7

12) voorspoed:

Als ik in goede rust zat van al mijne vijanden, beeldde ik mij in dat mij geen ongeval zou overkomen. Verg. Job 29:18,19,20, enz.

Job 29.18,19,20

Psalms 40:8

16) ik kom

Of, ben gekomen. Met deze en de volgende woorden verklaart de Heere Christus zijn gewillige gehoorzaamheid om het middelaarsambt, Hem van zijnen Vader opgelegd, aan te nemen en uit te voeren. Zie Hebr. 10:10.

Heb 10.10

17) rol

Van het woord rol, zie Ezra 6:2. Jer. 36:2. en versta hierdoor de boeken van Mozes, in welke verscheidene zeer heerlijke profetie‰n van Christus gevonden worden, waarvan de eerste gegeven is in het Paradijs, Gen. 3:15. en vervolgens aan de patriarchen, en voorts zijn de sacramenten en al de offeranden voorbeeldingen op Christus geweest. Zie Luk. 24:27. Hebr. 8:5,6; Hebr. 9:8,9; Hebr. 10:1. enz.

Ezr 6.2 Jer 36.2 Ge 3.15 Lu 24.27 Heb 8.5,6 9.8,9 10.1

Psalms 51:18

31) geen lust

Te weten, zonder voor- en medegaande boetvaardigheid. Zie den voorgaanden Psalm, Ps. 50: en onder Ps. 51:21; Rom. 12:1; idem Hos. 6:6. Sommigen verstaan het van den staat des Nieuwen Testaments, of den geestelijken godsdienst daarvan. Zie Ps. 50:8.

Ps 51.19 Ro 12.1 Ho 6.6 Ps 50.8

Psalms 145:19

25) Hij doet het

Alzo eert Hij degenen die Hem eren; 1 Sam. 2:30. Doch versta hier zulk een wil en begeerte, die uit een waar geloof spruit en zodanig is als het betaamt; 1 Joh. 3:22, en 1 Joh. 5:14.

1Sa 2.30 1Jo 3.22 5.14

Proverbs 11:1

1) bedriegelijke

Hebreeuws, waag des bedrogs. Alzo Hos. 12:8; Amos 8:5; idem wagens der ongerechtigheid, Micha 6:11. Het tegendeel zijn de wagen der gerechtigheid; Lev. 19:36; Job 31:6.

Ho 12.7 Am 8.5 Mic 6.11 Le 19.36 Job 31.6

2) den HEERE

Hebreeuws, des Heeren gruwel; dat is, die God voor een gruwel houdt; zie Deut. 17:1, en boven Spreuk. 3:32.

De 17.1 Pr 3.32

3) weegsteen

Dat is, gewicht; zie Lev. 19:36.

Le 19.36

4) welgevallen.

Dat is, Hem welbehagende en aangenaam, zie boven Spreuk. 10:32.

Pr 10.32
Copyright information for DutKant