Psalms 31:19
26) valse Hebr. lippen der valsheid. Zie Ps. 12:3, en Ps. 27:12, enz. Ps 12.2 27.12 Proverbs 16:4
10) om Zijns Zelfs wil; Dat is, om zijner ere wil; te weten, opdat in al zijne werken klaarlijk schijnen zou zijne wijsheid, macht, goedheid, rechtvaardigheid en al zijn andere goddelijke eigenschappen. Vergelijk Rom. 9:17,22,23, en Rom. 11:36; Ef. 1:5,6,12,14. Ro 9.17,22,23 11.36 Eph 1.5,6,12,14 11) des kwaads. Versta, het kwaad der straf. Romans 11:36
158) uit Hem, Namelijk als de eerste oorzaak, die alles naar Zijn wijzen raad schikt en ordineert. 159) door Hem, Namelijk als die alles, wat den mens ter zaligheid nodig is, werkt en hetgeen naar Zijn wijzen raad geordineerd is, krachtig uitvoert. 160) tot Hem Namelijk als tot het uiterste einde, tot wiens eer alles moet strekken en gebracht worden; Spreuk. 16:4. Pr 16.4 161) alle dingen. Namelijk die niet alleen de schepping, onderhouding en regering aller schepselen, maar voornamelijk die de zaligmaking der mensen aangaan, waarvan hier inzonderheid gehandeld wordt. 162) Amen. Van dit woord, zie Matth. 6:13. Mt 6.13
Copyright information for
DutKant