Psalms 31:8

10) aangezien

Zie Gen. 16:13.

Ge 16.13

11) gekend.

Mij niet versmaad, maar bemind en verzord. Verg. Gen. 18:19; Ps. 1:6.

Ge 18.19 Ps 1.6

Psalms 91:12

Proverbs 7:11

22) woelachtig

Dat is, ongerust van zinnen, ongebonden van tong, licht in gebaren, vol bedrijf in ijdele werken, of snaterachtig. Alzo onder Spreuk. 9:13.

Pr 9.13

23) wederstrevig,

Of, afwijkende; te weten, van alle goede zeden en van de gehoorzaamheid haars mans.

24) bleven

Hebreeuws, woonden niet. Alzo is het Hebreeuwse woord genomen Exod. 40:35; Richt. 5:16.

Ex 40.35 Jud 5.16

Isaiah 52:7

20) Hoe liefelijk

Hebreeuws, hoe schoon; woorden van verwondering, met blijdschap, ziende niet zozeer op de verkondiging van de verlossing uit de Babylonische gevangenschap, als wel op de predikatie der apostelen en andere leraars van het Nieuwe Testament, die den Joden en heidenen zouden verkondigen de geestelijke verlossing uit het geweld des duivels.

21) op de bergen

Versta, de bergen van het bergachtige Joodse land; en daaronder de kerk van God zo binnen als buiten Jeruzalem en Judea.

22) die het goede

Dat is, die een blijde boodschap brengen, namelijk vooreerst de verlossing uit de Babylonische gevangenschap, en daarna de geestelijke verlossing door Jezus Christus; vergelijk Rom. 10:15.

Ro 10.15

23) die den vrede

In Jes. 52:7 verhaalt de profeet meermalen een en hetzelfde met verscheidene manieren van spreken, als niet woorden genoeg kunnende bedenken of vinden om die overgrote weldaad van God, ons in Christus bewezen, uit te drukken.

Isa 52.7

24) doet horen;

Dat is, verkondigt.

24) doet horen;

Dat is, verkondigt.

25) tot Sion zegt:

Dat is, tot de gemeente van God.

26) Uw God is Koning.

Te weten Christus Jezus, die onze eeuwige Koning is en zijne kerk met zijn Woord en Geest regeert, zie de aantekening Ps. 93:1; anders: uw God regeert als Koning.

Ps 93.1
Copyright information for DutKant