Psalms 32:1

1) onderwijzing

Hebr. Maskijl, dat is, onderwijzer, die verstand geeft, verstandig maakt; dat is, een onderwijs, of leerpsalm; alzo genoemd vanwege de nodige en gewichtige leer, die daarin begrepen is. Dezen titel hebben ook verscheidene andere psalmen, die tot een bijzonder onderwijs en stichting, zo voor den dichter zelf, als voor de ganse kerk gemaakt zijn.

2) Wegelukzalig

Zie de verklaring dezer leer, Rom. 4:6,7, enz.; 2 Cor. 5:19,21.

Ro 4.6,7 2Co 5.19,21

3) vergeven,

Of, weggenomen. Welke manier van spreken ook in het Nieuwe Testament gebruikt wordt. Zie boven Ps. 25:18, en verg. Hebr. 9:28; Hebr. alsof men zeide: Verlicht, of vergeven van overtreding, of een vergeven der overtreding, bedekt van zonde; welke Hebr. manier van spreken zulks betekent, gelijk in den tekst staat.

Ps 25.18 Heb 9.28

Colossians 3:16

37) Het Woord van Christus

Dat is, de leer des Evangelies, die ons door Christus is verkondigd, en begrepen wordt niet alleen in het Nieuwe, maar ook in het Oude Testament; 1 Petr. 1:10,11.

1Pe 1.10,11

38) wone rijkelijk in u,

Dat is, zijt daarmede veel bezig; want daar men mede woont daar spreekt men en verkeert men veel mede.

39) in alle wijsheid;

Dat is, om met alle eerbiedigheid daardoor in wijsheid en kennis gesticht te worden.

40) met psalmen

Van het onderscheid dezer, zie de aantekeningen op Ef. 5:19.

Eph 5.19

41) aangenaamheid

Of, dankbaarheid, want het Griekse woord betekent beide. Zie Ef. 4:29; Col. 4:6.

Eph 4.29 Col 4.6

42) in uw hart.

Dat is, niet alleen met den mond, maar ook met het hart.

Copyright information for DutKant