Psalms 34:7

13) Deze

Namelijk David; die hier van zichzelven spreekt, als op zijn persoon wijzende, of voert in de woorden der gelovigen van hem.

Psalms 103:21

22) zijne dienaars,

De engelen worden Gods dienaren genoemd, Ps. 104:4; Dan. 7:10. Deze titel wordt ook den mensen gegeven; Jes. 61:6.

Ps 104.4 Da 7.10 Isa 61.6
Copyright information for DutKant