Psalms 37:13

21) belacht

Zie Ps. 2:4.

Ps 2.4

22) zijn dag

De dag der wraak des Heeren, of de dag van des goddelozen verdrf en ondergang, hem door Gods rechtvaardig oordeel toegelegd. Zie Job 18:20. Jer. 17:18; Jer. 18:17. Ezech. 7:10,12; Ezech. 27:27; Ezech. 30:2,3,9; Ezech. 32:10. Hos. 1:11. Anders wordt ook iemands dag bloot genomen voor des mensen strefdag, gelijk Job 15:32; alsook des mensen tijd, Pred. 7:17.

Job 18.20 Jer 17.18 18.17 Eze 7.10,12 27.27 30.2,3,9 32.10 Ho 1.11 Job 15.32 Ec 7.17

Ezekiel 30:9

21) aangezicht in schepen uitvaren,

Dat is, Ik zal beschikken dat de tijding van der Chalde‰n inval in Egypte overgebracht worde in Morenland; God spreekt hier als rechter, zittende op zijn rechterstoel in Egypte, en dit ganse werk regerende.

22) zorgeloze Morenland

Hebreeuws, Cusch der zekerheid, of des vertrouwens; dat is, dat zekere en zorgeloze Morenland; dat is de Moren.

23) bij hen zijn,

Te weten bij de Moren, gelijk boven Ezech. 30:4.

Eze 30.4

24) als in den dag van Egypte;

Gelijk er was in Egypte, als het verwoest werd, boven Ezech. 30:4. Of, [gelijk sommigen] als God de eerstegeborenen in Egypte sloeg, Exod. 12:29,30.

Eze 30.4 Ex 12.29,30

25) het komt aan!

Dat is, het zal gewisselijk komen, of, zij [de voorzegde pijn] zal hun aankomen.

Hosea 1:11

27) En de kinderen van Juda,

Hoewel sommigen dit enigszins verstaan van de verlossing uit de Babylonische gevangenschap, wanneer de verstrooide en overgebleven vrome Isra‰lieten, door al de geleden plagen bijkans teniet geworden zijnde, zich zeer gaarne zouden voegen bij de optrekkende Joden, zo ziet het nochtans eigenlijk op de verzamelingen der kerk van het Nieuwe Testament uit Joden en heidenen, onder ‚‚n Hoofd Jezus Christus door geloof en ware bekering. Vergelijk Jer. 23:6, enz., en Jer. 31:5,6,9, en Jer. 50:4, enz.

Jer 23.6 31.5,6,9 50.4

28) land optrekken;

Van hun lichamelijke gevangenschap, en eigenlijk uit de geestelijke gevangenschap zich begeven tot Gods kerk.

29) want de dag van Jizreel zal groot zijn.

Of, omdat de dag van Jizre‰l groot zal geweest zijn. Versta, Isra‰ls nederlaag en verwoesting, waarvan boven Hos. 1:5. De zin is dat dit oordeel Gods en al de volgende of gevolgde straffen hen daartoe zullen bewegen. Sommigen verstaan door Jizre‰ls dag den dag van Isra‰ls verlossing, die heerlijk zal zijn, gesteld tegen den dag hunner nederlaag in Jizre‰l, en daarom ook genoemd Jizre‰ls dag; dat is Isra‰ls dag. Vergelijk onder Hos. 2:21. Deze verklaring komt met het voorgaande wel overeen. Alzo wordt iemands dag in de Schriftuur genoemd, de tijd in welken iemand iets bijzonders goeds of kwaads van God naar zijn bestemden raad wordt toegeschikt.

Ho 1.5 2.22
Copyright information for DutKant