Psalms 4:2
Psalms 62:4
4) Hoelang Hier spreekt hij zijne vervolgers aan. 5) kwaad Het Hebr. woord [dat alleenlijk hier gevonden wordt] betekent allerlei kwade praktijken tot iemands verdriet en verderf te bedenken en in het werk te stellen. 6) man? Te weten, mij, alsof hij zeide: tegen n enigen man, den onschuldigen en goeden David, die u niets heeft misdaan, ja zich als een man en held voor Saul en Gods volk gekweten heeft. Verg. Jer. 5:1. Jer 5.1 7) gedood De vervulling hiervan kan men afnemen uit de slag, waarin Saul met de zijnen gebleven is; 1 Sam. 31;. 8) ingebogen Die zich neigt tot den val. 9) muur. Versta, die van losse stenen tot een heining [als om wijngaarden en anderzins tot een scheiding, zie Num. 22:24; Spreuk. 24:31,] is opgehoopt, en aangestoten zijnde, lichtelijk wordt omgestort. Deze gelijkenis beduidt een haastigen en zwaren val. Zie Jes. 30:13; Ezech. 13:13,14. Nu 22.24 Pr 24.31 Isa 30.13 Eze 13.13,14 Proverbs 19:22
60) des mensen Te weten, die gaarne rijk zou wezen, om een ieder [zo hij zegt] goed te doen, maar evenwel als hij rijk geworden is, dat niet doet. Anders: de wens des mensen zij zijne weldadigheid. 61) zijn weldadigheid; Dat is, rijk te zijn, om goed aan den behoeftige te doen. 62) de arme Dat is, die niet heeft om anderen te helpen, en ook met geen ijdele beloften hem teleurstelt. 63) leugenachtig Te weten, die kan en belooft weldadigheid te bewijzen, doch dat metterdaad niet volbrengt. Proverbs 23:3
7) smakelijke Of, lekkernijen, die den mond zeer aangenaam en smakelijk zijn. Alzo onder Spreuk. 23:6. Vergelijk Gen. 27:4,7,9, enz. Pr 23.6 Ge 27.4,7,9 8) leugenachtig Hebreeuws, brood der leugenen; dat is leugenachtige of bedriegelijke spijs. De zin is dat de hoofse weelden als een aas zijn, waarmede de mensen verlokt en gemeenlijk in hunne verwachtingen bedrogen worden. Vergelijk boven Spreuk. 20:17. Pr 20.17
Copyright information for
DutKant